Recent onderzoek van het Higher Education Policy Institute aat zien dat kunstmatige intelligentie snel een veelgebruikt hulpmiddel wordt op Britse universiteiten. Meer dan 90% van de voltijdstudenten gebruikt nu AI in hun studie – een enorme stijging vergeleken met slechts twee derde vorig jaar. Door deze snelle groei veranderen studenten de manier waarop ze hun opdrachten maken, en worden universiteiten gedwongen om opnieuw na te denken over hoe ze toetsen en beoordelen.
Een snelle verandering in het gedrag van studenten
Volgens het onderzoek gaf maar liefst 88% van de studenten aan generatieve AI-tools zoals ChatGPT te gebruiken voor hun schoolwerk. Ter vergelijking: vorig jaar was dit nog maar 53%. De grootste toename is te zien bij bètastudenten, die het meest enthousiast lijken over deze technologie. Studenten in de sociale wetenschappen en geesteswetenschappen gebruiken AI nog iets minder vaak. Deze verandering laat niet alleen zien dat studenten zich steeds meer op hun gemak voelen met geavanceerde technologie, maar ook dat het academische werklandschap aan het veranderen is.
Hoe AI de manier waarop studenten werken verandert
Studenten geven aan dat ze AI vooral gebruiken om twee redenen: tijd besparen en de kwaliteit van hun werk verbeteren. Met strakke deadlines en de wens om nette opdrachten in te leveren, bieden AI-tools snelle oplossingen voor ideeën bedenken, teksten schrijven en fouten controleren. Maar deze afhankelijkheid van AI roept ook belangrijke vragen op over eerlijkheid in het onderwijs en hoe authentiek het werk van studenten nog is.

Bewerken is de sleutel
Uit het onderzoek blijkt dat 25% van de studenten het acceptabel vindt om AI-gegenereerde tekst in hun opdrachten te gebruiken, mits deze is bewerkt. Daarentegen vindt slechts 6% het goed om ongediteerde AI-tekst te gebruiken. Deze trend laat zien dat studenten steeds beter begrijpen hoe belangrijk persoonlijke inbreng en controle zijn, zelfs wanneer AI hen helpt met een sterke eerste versie.
De uitdaging voor docenten
Josh Freeman, beleidsmanager bij het Higher Education Policy Institute, waarschuwt dat elke opdracht nu zorgvuldig gecontroleerd moet worden. “Elke toets of opdracht moet worden beoordeeld om te zien of deze makkelijk met AI gemaakt kan worden,” legt hij uit. Deze snelle verandering dwingt universiteiten om nieuwe, strenge regels in te voeren en hun docenten bij te scholen, zodat zij beter begrijpen hoe generatieve AI wordt gebruikt en hoe ze dit kunnen beheersen in academisch werk.
Veel docenten staan nu voor de uitdaging om een balans te vinden tussen de voordelen van AI en het behouden van academische standaarden. Sommige docenten geven toe dat de regels over het gebruik van AI nog onduidelijk zijn. Een student omschreef de situatie als “vaag en onduidelijk over wanneer en waarom het gebruikt mag worden”. Een andere student merkte op dat docenten tegenstrijdige signalen geven—sommigen gebruiken zelf AI, terwijl ze studenten waarschuwen om er niet te veel op te vertrouwen.
Digitale verschillen in AI-vaardigheden
Het onderzoek onthulde ook een “aanhoudende digitale kloof” onder studenten. Mannen en studenten uit rijkere milieus gebruiken AI vaker, wat suggereert dat toegang tot technologie en digitale vaardigheden nog steeds een grote rol spelen in hoe studenten profiteren van AI. Bijna de helft van de studenten gaf aan dat ze al tijdens hun schooltijd AI-tools gebruikten. Dit laat zien dat AI niet alleen iets van de universiteit is, maar al langer deel uitmaakt van hun leerproces.
Wat de toekomst brengt voor universiteiten
Hoewel het positief is dat steeds meer studenten vinden dat hun docenten beter voorbereid zijn op het gebruik van AI—te zien aan een stijging van 18% naar 42% in het vertrouwen van studenten—blijft er veel onzekerheid over de officiële regels. Terwijl universiteiten hun beleid verder ontwikkelen, zal de focus moeten liggen op een balans tussen de innovatieve mogelijkheden van AI en sterke maatregelen om academische eerlijkheid te waarborgen.
Janice Kay, directeur van Higher Futures en auteur van het voorwoord van het rapport, ziet zowel kansen als uitdagingen in dit nieuwe tijdperk. Ze merkt op: “Er is weinig bewijs dat AI-tools worden misbruikt om te spieken of het systeem te omzeilen. Maar er zijn wel aanwijzingen dat er grote uitdagingen aankomen voor studenten, docenten en onderwijsinstellingen.” Terwijl het hoger onderwijs blijft veranderen, moeten universiteiten deze uitdagingen actief aanpakken om een eerlijk en effectief leerklimaat te behouden.
Een oproep voor duidelijkere richtlijnen en ondersteuning
De gemengde berichten over het gebruik van AI onderstrepen de behoefte aan een duidelijk, consistent beleid. Zowel studenten als docenten vragen om meer definitieve richtlijnen die niet alleen uitleggen wat is toegestaan, maar ook hoe AI op verantwoorde wijze moet worden geïntegreerd in academisch werk. Met de snelle technologische vooruitgang zal deze duidelijkheid essentieel zijn om ervoor te zorgen dat zowel onderwijs als leren zich op een evenwichtige manier kunnen ontwikkelen.
De toename van AI-gebruik onder universiteitsstudenten is een duidelijk teken dat het onderwijslandschap aan het veranderen is. Hoewel de voordelen van AI onmiskenbaar zijn - het helpt studenten tijd te besparen en werk van hogere kwaliteit te produceren - vereisen de uitdagingen die het met zich meebrengt doordachte strategieën en samenwerking tussen studenten, docenten en beleidsmakers. Nu AI een integraal onderdeel wordt van het academische leven, zal de reis naar een effectieve en ethische integratie ongetwijfeld doorgaan.